De Amerikaanse cloud boven de Belgische rechtsstaat cover

18 sep 2025 | Column

De Amerikaanse cloud boven de Belgische rechtsstaat

Recente vacatures

Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
2 jaar
Oost-Vlaanderen
Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0-1 jaar
Oost-Vlaanderen
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

​Het project JustSign werd enkele jaren geleden gelanceerd als het symbool van een moderniserende Justitie. Eindelijk zouden vonnissen digitaal kunnen worden ondertekend, wat tijd, papier en geld zou besparen. Ministers spraken over efficiëntie, innovatie en transparantie. Vandaag is JustSign inderdaad actief, maar bijna niemand weet hoe het precies werkt, wie er controle over heeft of wat er met de data gebeurt. Veel magistraten gebruiken het systeem met tegenzin of wantrouwen, bang dat hun digitale handtekening of de inhoud van hun vonnissen niet veilig is. Dit staat niet op zichzelf. Het is emblematisch voor de bredere digitalisering van Justitie in ons land: veel beloftes en grootspraak, maar weinig concrete resultaten op het terrein – en vooral een verontrustend gebrek aan openheid.

Justitie beweert al jaren dat ze volop inzet op digitalisering. Ministers presenteren telkens nieuwe projecten en plannen alsof het digitale tijdperk voor de deur staat. Maar wie dagelijks met de systemen werkt – rechters, advocaten, griffiers, parketmedewerkers – ziet vooral verouderde technologie, onsamenhangende platformen en trage processen. Op het terrein blijft het vaak bij papieren dossiers, scannen en uploaden, en talloze workarounds om gebrekkige systemen te omzeilen. Er wordt bovendien nauwelijks gecommuniceerd over de voortgang: welke projecten lopen er, wat is hun doelstelling, hoeveel kosten ze en hoe ver staan we? Het blijft allemaal in nevelen gehuld. Die geheimzinnigheid voedt wantrouwen, terwijl digitalisering net gedragen zou moeten worden door transparantie en vertrouwen.

Achter die rookgordijnen zien we echter één harde realiteit: Microsoft heeft een quasi-monopolie op de digitale infrastructuur van de Belgische Justitie. Het volledige digitale ecosysteem draait op Microsoft-producten. Computers in rechtbanken werken met Windows, interne communicatie verloopt via Outlook en Teams, dossiers worden bewaard in de Microsoft-cloud, en zelfs conceptvonnissen worden opgesteld in Word-documenten die automatisch worden gesynchroniseerd. Er bestaat geen reëel alternatief: wie iets anders wil, stuit op technische blokkades of beleidsbeslissingen die elke concurrentie uitsluiten.

​Dat betekent dat Belgische gerechtelijke data – strafdossiers, financiële onderzoeken, interne beraadslagingen – volledig binnen het bereik van de Amerikaanse autoriteiten vallen

Deze afhankelijkheid is gevaarlijker dan velen beseffen. Microsoft is geen neutrale partner die simpelweg diensten levert. Het is een Amerikaanse technologiegigant, onderworpen aan de Amerikaanse wetgeving. De Cloud Act verplicht Amerikaanse bedrijven om op verzoek van hun overheid gegevens te overhandigen, ook als die gegevens zich fysiek buiten de VS bevinden. Dat betekent dat Belgische gerechtelijke data – strafdossiers, financiële onderzoeken, interne beraadslagingen – volledig binnen het bereik van de Amerikaanse autoriteiten vallen.

Het gaat hier niet om hypothetische risico’s. De geopolitieke werkelijkheid van vandaag is er één waarin data macht zijn. Wie toegang heeft tot gerechtelijke informatie, beschikt over gevoelige kennis waarmee politieke of economische invloed kan worden uitgeoefend. De Amerikaanse overheid heeft de wettelijke en technische mogelijkheden om deze data op te eisen zonder dat België daar iets tegen kan doen. België kan zelfs niet nagaan of en wanneer dit gebeurt. Het volstaat dat een Amerikaanse dienst, onder het mom van nationale veiligheid, bij Microsoft aanklopt.

Daarbij komt dat de Amerikaanse politieke koers grillig is. In een klimaat waarin autoritaire tendensen terrein winnen, is het naïef te denken dat onze gegevens daar veilig zijn. Figuren zoals Elon Musk, die nauwe banden hadden met de Amerikaanse regering en toegang tot strategische databronnen, illustreren hoe diffuus en ondoorzichtig die machtsstructuren zijn. Welke Belgische gerechtelijke gegevens zouden onrechtstreeks hun weg kunnen vinden naar politieke of economische actoren in de VS? Niemand weet het. En juist dat niet-weten is het grootste gevaar: een land dat niet eens kan controleren wie toegang heeft tot zijn meest gevoelige informatie, is zijn digitale soevereiniteit kwijt.

rechtsstaat
Een land dat niet kan controleren wie toegang heeft tot zijn meest gevoelige informatie, is zijn digitale soevereiniteit kwijt.

Europa legt strenge regels op aan burgers en bedrijven via de GDPR. Een kleine kmo kan torenhoge boetes krijgen voor een slecht cookiebeleid, terwijl Microsoft – een buitenlandse multinational – zonder veel controle miljoenen gerechtelijke documenten beheert. Het contrast is hallucinant. Terwijl burgers worden gecontroleerd tot in de kleinste details, laat de overheid zelf het hart van de rechtsstaat volledig in buitenlandse handen.

​Nog zorgwekkender is dat niet alleen Microsoft, maar ook de Belgische uitvoerende macht directe controle heeft over deze digitale infrastructuur

Nog zorgwekkender is dat niet alleen Microsoft, maar ook de Belgische uitvoerende macht directe controle heeft over deze digitale infrastructuur. Officieel wordt dit verkocht als efficiëntie: één centraal orgaan dat zorgt voor uniform beheer en beveiliging. In werkelijkheid betekent het dat de regering – die in talloze procedures zelf partij is – toegang heeft tot alle gerechtelijke dossiers. De wet op het digitale dossier legt dit zwart op wit vast.

Vroeger lagen dossiers fysiek opgeslagen in griffies, onder toezicht van rechters en griffiers. Wie er ongeoorloofd aan wilde raken, moest letterlijk inbreken. In de digitale wereld is dat verleden tijd. Een klik volstaat. De scheiding der machten wordt virtueel uitgewist. Het gevolg laat zich raden: een groeiend aantal magistraten weigert vertrouwelijke documenten op hun professionele laptops te bewaren. Alles wat zij daar creëren, wordt automatisch gesynchroniseerd met de Microsoft-cloud, waar de uitvoerende macht en buitenlandse actoren ongehinderd toegang kunnen hebben. Uit angst voor discretieverlies werken rechters en parketmagistraten steeds vaker op privétoestellen, volledig buiten het officiële netwerk. Dat brengt nieuwe veiligheidsproblemen met zich mee – privé-apparatuur is vaak minder goed beveiligd – maar het illustreert vooral het diepe wantrouwen tegenover het huidige digitale kader.

De parallellen met autoritaire regimes zijn onmiskenbaar. In Hongarije is het normaal dat de uitvoerende macht justitiële data controleert. België beschouwt zichzelf graag als een modelrechtsstaat, maar in de praktijk verschilt onze situatie nauwelijks. De uitvoerende macht heeft de sleutels tot het digitale huis van Justitie in handen. Er wordt geen openheid gegeven over wie welke toegang heeft en zelfs magistraten weten niet precies hoe hun digitale werkplek functioneert. Er gaan geruchten dat bepaalde data door Bpost worden bewaard via het Crossborder-systeem, maar daarover wordt niets bevestigd of uitgelegd. Deze omerta maakt elk democratisch toezicht onmogelijk.

​Burgers moeten er absoluut zeker van kunnen zijn dat rechters vrij en onafhankelijk beslissen. Zodra ook maar het vermoeden ontstaat dat de uitvoerende macht meekijkt of ingrijpt, verdwijnt dat vertrouwen en daarmee de legitimiteit van de rechtspraak zelf

De gevaren zijn niet theoretisch. Stel u een politiek explosieve zaak voor zoals de Fortis-zaak. Wanneer de regering digitale toegang heeft tot alle documenten, kan ze realtime volgen hoe de zaak evolueert. Dat maakt subtiele beïnvloeding mogelijk: strategische lekken, druk op betrokken partijen, vertragingstactieken achter de schermen. Zelfs als dit niet gebeurt, is de perceptie alleen al schadelijk. Burgers moeten er absoluut zeker van kunnen zijn dat rechters vrij en onafhankelijk beslissen. Zodra ook maar het vermoeden ontstaat dat de uitvoerende macht meekijkt of ingrijpt, verdwijnt dat vertrouwen en daarmee de legitimiteit van de rechtspraak zelf.

Alsof dit alles nog niet verontrustend genoeg is, staat de volgende fase van afhankelijkheid al voor de deur: artificiële intelligentie. Microsoft promoot Copilot, een AI-assistent geïntegreerd in zijn Office-pakket. Het zal ongetwijfeld worden voorgesteld als een handige tool voor magistraten: het kan dossiers samenvatten, standaardteksten genereren en zo tijd besparen. Maar elke interactie met Copilot voedt Microsoft met nieuwe data. Wanneer rechters conceptvonnissen of interne beraadslagingen invoeren, passeren die door de servers van Microsoft. Zo verlaat de meest vertrouwelijke informatie de beschermde sfeer van de rechterlijke macht.

Bovenop deze risico’s komt nog een andere, nauwelijks besproken realiteit: alle gerechtelijke dossiers die in het platform JustView worden opgenomen, worden vandaag al opgeslagen op servers van Microsoft Azure. Dit betekent dat niet alleen de gegevens die via Copilot worden verwerkt, maar het volledige corpus aan Belgische gerechtelijke informatie onder Amerikaanse jurisdictie valt en dus potentieel toegankelijk is voor Amerikaanse autoriteiten. Daarenboven is het de bedoeling om het huidige proefproject met Copilot stelselmatig uit te rollen naar de volledige magistratuur, althans voor de zetel. Deze combinatie van totale data-opslag bij Microsoft en de integratie van AI-tools binnen de dagelijkse werking van de rechterlijke macht creëert een structurele afhankelijkheid die nog moeilijk terug te draaien valt. Wat voorlopig wordt voorgesteld als een technische innovatie, dreigt zo uit te monden in een fundamentele uitholling van de digitale soevereiniteit van de Belgische rechtsstaat.

Het gevaar is dubbel: ten eerste komt gevoelige data buiten ons juridisch bereik terecht. Ten tweede kan AI subtiel sturend werken. Als Copilot op basis van statistische patronen suggereert dat in vergelijkbare dossiers meestal een bepaalde straf wordt opgelegd, kan dat een rechter onbewust beïnvloeden. Wat vandaag een hulpmiddel lijkt, kan morgen een instrument van beïnvloeding worden. Zo wordt niet alleen de infrastructuur, maar ook het denkproces van magistraten afhankelijk van een commerciële speler.

De problematiek beperkt zich bovendien niet tot Microsoft alleen. Ten gevolge van het project JustSign is een deel van de data van de rechtspraak, naar verluidt, bij Bpost terechtgekomen. Het is onduidelijk of de overheid erin is geslaagd deze situatie ongedaan te maken, voor zover dat al mogelijk is. Aangezien de overheid weliswaar meerderheidsaandeelhouder is van Bpost, maar er ook andere aandeelhouders zijn, rijzen er vragen over wie uiteindelijk toegang kan hebben tot deze gevoelige gegevens. Daarnaast bevinden alle data met betrekking tot insolventieprocedures – zowel voor ondernemingen als voor particulieren – zich bij De Chronos Groep, die deze gegevens verwierf via de overname van (een deel van) de aandelen en het handelsfonds van Aginco. De Chronos Groep werkt nauw samen met Microsoft, al is onduidelijk of er ook rechtstreekse banden bestaan in het aandeelhouderschap of bestuur. Het geheel toont aan dat de rechterlijke onafhankelijkheid niet door één partij wordt bedreigd, maar door een kluwen van private actoren, waarbij de problematiek dus ruimer is dan louter Amerikaanse invloed.

​Vandaag wordt die macht geconcentreerd in digitale systemen die worden beheerd door een buitenlandse multinational en door de uitvoerende macht

Het meest verontrustende aan deze hele evolutie is de stilte waarmee ze plaatsvindt. Geen publiek debat, nauwelijks parlementaire controle, amper kritische berichtgeving. Alles gebeurt geruisloos, in technische termen die buitenstaanders niet begrijpen. Digitalisering wordt voorgesteld als neutrale vooruitgang, terwijl het in werkelijkheid om een machtsverschuiving gaat. Vroeger lag macht verspreid: papieren dossiers, lokale griffies, fysieke procedures. Vandaag wordt die macht geconcentreerd in digitale systemen die worden beheerd door een buitenlandse multinational en door de uitvoerende macht.

De magistratuur lijkt verlamd. Individuele rechters zien het gevaar, maar wie zich uitspreekt, riskeert te worden weggezet als technofobe stoorzender. Ondertussen gaat de digitalisering stap voor stap verder. Elk project wordt verkocht als modernisering, terwijl in werkelijkheid de fundamenten van de rechtsstaat beetje bij beetje worden afgebroken. Het gevaar schuilt juist in het stille karakter van dit proces: er is geen grote crisis, geen zichtbaar schandaal, enkel een sluipende erosie. Tegen de tijd dat het misbruik duidelijk wordt, is het wellicht te laat om nog in te grijpen.

De oplossing kan alleen liggen in radicale transparantie en digitale onafhankelijkheid. Justitie moet open communiceren over lopende projecten, hun doelstellingen en hun impact. Het parlement moet afdwingen dat de rechterlijke macht zelf controle krijgt over haar digitale infrastructuur. Europese gerechtelijke data mogen nooit worden beheerd door een buitenlandse multinational. Europa moet dringend investeren in een publieke cloud die onder Europese rechtsregels valt. AI-systemen zoals Copilot mogen alleen worden ingezet binnen een strikt juridisch kader waarin de gegevens veilig en onafhankelijk blijven.

De scheiding der machten is niet louter een theoretisch principe. Ze is de ruggengraat van onze democratie en moet mee evolueren naar het digitale tijdperk. Wanneer Microsoft en de Belgische uitvoerende macht gezamenlijk de digitale sleutels van Justitie bezitten, wordt die ruggengraat gebroken. Als het Grondwettelijk Hof de wet op het digitale dossier niet vernietigt, verdwijnt de laatste buffer. Dan kan geen enkele zaak nog met volledige onafhankelijkheid worden behandeld. Digitalisering is geen technisch project, maar een politieke keuze. Vandaag heeft België blind het digitale lot van zijn rechtsstaat in handen gelegd van een buitenlandse onderneming die aan een vreemde macht verantwoording verschuldigd is. Wie de data van Justitie controleert, controleert uiteindelijk de rechtsstaat zelf. En wie dat beseft, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat we ons op een gevaarlijk hellend vlak bevinden. Als we niet ingrijpen, riskeren we dat onze democratie niet wordt versterkt door digitalisering, maar ontmanteld – stilletjes, stukje bij beetje, tot er niets meer overblijft.

Pierre Thiriar

Deze bijdrage vertolkt louter de opinie van de auteur in eigen naam.

Lees hier andere opiniestukken van Pierre Thiriar.

Recente vacatures

Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
2 jaar
Oost-Vlaanderen
Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0-1 jaar
Oost-Vlaanderen
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

1 Reacties

1 Reactie

  1. Luc Eukerdt

    “Voorlopig is digitaal neerleggen met e-Deposit niet mogelijk in de rechtbanken van eerste aanleg (correctionele zaken), de politierechtbanken (voor de correctionele procedure), de jeugdrechtbanken, de strafuitvoeringsrechtbanken en de griffie van het onderzoek. Deze rechtbanken volgen in de loop van 2023.”
    https://justitie.belgium.be/nl/online_diensten/leg_uw_documenten_neer_via_e_deposit

    Zou dit niet eerst eens moeten in orde gebracht worden ? Dit heeft direct nut en impact op de burger en diens advocaat. In 2025 moet de burger en/of diens advocaat nog echt naar de rechtbank tjollen (of brief sturen – een brief wat was dat nu ook al weer ?) om de conclusie (bij conclusietermijnen) neer te leggen. België top in techno maar niet in computertechno.

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *