Onlangs sprak ik op een conferentie in Brussel over mijn jongste boek. Meteen na mijn keynote over hoe je onzekere tijden kunt besturen, bleef het thema onzekerheid centraal. Een panel van CEO’s deelde hoe zij grip proberen te houden op hun bedrijf in steeds woeligere en complexere omstandigheden.
Het was een boeiend gesprek, tot één uitspraak me deed stilstaan. “Bij ons wordt alles gemeten, dus laten we niets aan het toeval over.” Goed bedoeld, maar tegelijk intrigerend. Kan je écht alles meten? En belangrijker: is het altijd wenselijk? Data geeft vaak net zo goed een vals gevoel van veiligheid.
De fascinatie van bedrijven voor data verbaast me al langer. In dit digitale tijdperk claimen organisaties ‘data-driven’ te zijn. Alles wordt gemeten. Maar zijn ze werkelijk gedreven door data, of juist afgeleid door de overvloed eraan? Vrienden vertellen me hoe hun schermen vol dashboards staan, met knipperende indicatoren die eerder verwarren dan verhelderen.
We leven in een tijd waarin de hoeveelheid data exponentieel groeit. Bedrijven verzamelen meer informatie dan ooit: van klantgedrag tot supply chain-data. Maar die overvloed leidt vaak tot ‘data hoarding’ – verzamelen omdat het kan, zonder duidelijk doel. Data lakes veranderen zo al snel in data moerassen, waar waardevolle inzichten verdrinken in irrelevante cijfers.
Soms gaat dat zelfs absurd ver. Ik hoorde een HR-medewerker vertellen dat de schermtijd van werknemers werd gemeten om hun productiviteit te bepalen. Maar wat als iemand sneller denkt met pen en papier? Of als een salesmedewerker net meer impact maakt door zijn laptop dicht te klappen en écht te luisteren naar de klant?
“Meten is weten” klinkt mooi, maar is in het huidige bedrijfslandschap vaak een oversimplificatie. Organisaties verliezen zich in een meetmarathon, terwijl de kernvraag zou moeten zijn: wat willen we eigenlijk weten? Data inzetten is logisch en waardevol, maar alleen als middel, nooit als doel.
Een écht data-driven organisatie vertrekt van de juiste vragen. Welke beslissingen willen we nemen? Welke inzichten hebben we daarvoor nodig? En welke data helpt ons daarbij? Zonder keuzes blijven dashboards een zee van knipperende cijfers die alles vertellen, behalve wat er toe doet.
Te veel data zorgt niet alleen voor ruis, maar ook voor KPI-verlamming. Werknemers raken verstrikt in metrics en jagen betere cijfers na, in plaats van beter werk. In klantendiensten bijvoorbeeld leidt de focus op gespreksduur tot afgeraffelde gesprekken en gefrustreerde klanten. In marketing draait het vaak om likes en clicks, terwijl merkloyaliteit en conversie uit beeld verdwijnen. En in sales sturen targets op snelle deals eerder naar churn dan naar duurzame relaties.
De les? Als je trots zegt dat je in een data-driven bedrijf werkt, stel jezelf dan de vraag: worden we écht gestuurd door data, of laten we ons erdoor afleiden? Data is een krachtig kompas, maar alleen als je weet waarheen je vaart.
0 reacties