​Goed nieuws voor eigenaars van een tweede verblijf in West-Vlaanderen: de provincie heft vanaf dit jaar geen belasting meer op tweede verblijven. De Raad van State oordeelde dat het belastingreglement discriminerend is en vernietigde de regeling. Bovendien hebben eigenaars recht op een terugbetaling van de provinciebelasting die zij in de afgelopen drie jaren hebben betaald.

Provinciebelasting voor tweede verblijven

Vóór de uitspraak van de Raad van State hanteerde de provincie West-Vlaanderen een aanzienlijk hogere belasting op tweede verblijven. Die belasting werd opgelegd aan alle eigenaars die op 1 januari van het aanslagjaar een tweede verblijf bezaten, ongeacht of ze ingeschreven waren in een West-Vlaamse gemeente.

Volgende tarieven werden toegepast (AJ 2024):

• Alleenstaanden: 24 euro/jaar
• Gezin bestaande uit meer personen: 48 euro/jaar
• Tweedeverblijvers: 145 euro/jaar

Tot voor kort moesten eigenaars van een tweede verblijf in West-Vlaanderen dus drie keer zoveel provinciebelasting betalen als gezinnen die hun hoofdverblijfplaats in de provincie hebben.

Waarom wordt de belasting afgeschaft?

Volgens de provincie heeft de algemene provinciebelasting enkel een financieel doel, terwijl de belasting op tweede verblijven bedoeld is om de extra voorzieningen te financieren die nodig zijn door de bevolkingsgroei als gevolg van tweede verblijven.

De Raad van State oordeelt dat de provincie geen objectieve en redelijke rechtvaardiging kan geven voor het verschil in behandeling tussen inwoners en tweedeverblijvers. Daarom wordt het belastingreglement vernietigd wegens strijd met het grondwettelijk verankerde gelijkheidsbeginsel.

Aanslagjaar 2025

Hoewel nog niet alle aanslagbiljetten zijn verstuurd, mag de provincie West-Vlaanderen de hogere belasting op tweede verblijven niet langer innen voor aanslagjaar 2025 (inkomstenjaar 2024). Op basis van het arrest van de Raad van State is duidelijk dat deze belasting niet meer rechtsgeldig is.

Voorgaande jaren

Ook voor de voorgaande jaren zullen ten onrechte betaalde bedragen worden terugbetaald. Concreet gaat het om de provinciebelasting die werd betaald in 2022, 2023 en 2024.

Aanvankelijk werd gecommuniceerd dat belastingplichtigen zelf een verzoek tot ambtshalve ontheffing moesten indienen. Intussen heeft de provincie op haar website laten weten dat ze de betrokken eigenaars proactief zal contacteren om de terugbetaling te regelen.

Wat kan je concreet doen?

• Controleer of je in 2022, 2023 en/of 2024 een provinciebelasting op je tweede verblijf betaalde.
• Hou je aanslagbiljetten en betalingsbewijzen goed bij.
• Word je niet gecontacteerd door de provincie West-Vlaanderen tegen eind 2025? Dien dan alsnog een verzoek tot ambtshalve ontheffing in.

Je hebt hiervoor vijf jaar de tijd vanaf 1 januari van het betrokken aanslagjaar.

​Stephanie Vanmarcke en Lies Cattoor – Vandelanotte