Justitie behoort zeker niet tot de koplopers als het over digitalisering gaat. Nog niet zo gek lang geleden was het evident dat stukken moesten ondertekend worden met een “natte handtekening”. Ter verduidelijking voor wie tot de allernieuwste generatie behoort: dat is een door de advocaat met de hand geplaatste handtekening. Er zijn traktaten volgeschreven over het “cruciale belang” van zo’n met de hand getekende kribbel en het is de verdienste van het coronavirus om het achterhoedegevecht te hebben doen wegebben.
De neerlegging van verzoekschriften en conclusies gebeurde “fysiek” door neerlegging op de griffie. Je hoeft als advocaat niet eens oud te zijn om je nog de rush naar die griffie te herinneren om net voor 16 uur de bevrijdende stempel van tijdige neerlegging te krijgen. Vonnissen werden “binnen de week” na hun uitspraak naar de advocaten verstuurd en in strafzaken zelfs alleen maar op de zitting voorgelezen of konden nadien op de griffie worden ingekeken. Dat was tot pakweg drie jaar geleden de dagelijkse routine.
Je hoeft als advocaat niet eens oud te zijn om je nog de rush naar die griffie te herinneren om net voor 16 uur de bevrijdende stempel van tijdige neerlegging te krijgen.
Er is op korte tijd veel veranderd. De Orde van Vlaamse Balies moedigde enige tijd geleden de advocaten aan zichzelf aan een test te onderwerpen. Overladen met onzekerheid onderwierp ik mij aan de vragen en bleek tot de middenmoot te behoren: geen digibeet maar er is nog verbetering mogelijk. Het wordt te weinig gezegd en geschreven, maar DPA (de digitaliseringspoot van de Orde) doet wel inspanningen om de advocatuur bij de digitale les te houden. Het blijft natuurlijk een werk van lange adem, zeker nu er blijkbaar nog advocaten zijn die weigeren om e-mails te gebruiken en er daarom een wijziging van de deontologie wordt overwogen. Hoe snel Artificiële Intelligentie het werk van advocaten zal overnemen is nog onzeker en het ziet er niet naar uit dat vanaf volgende maand ChatGPT de conclusies van advocaten zal schrijven (al zou dat in sommige gevallen niet tot kwaliteitsverlies leiden).
In burgerlijke zaken zijn op korte tijd enorme stappen voorwaarts gezet. Nadat via RegSol de faillissementen volledig digitaal worden afgehandeld, verloopt nu ook de neerlegging van conclusies, stukken en briefwisseling digitaal. Dat lijkt overal vlot te verlopen en ook de vonnissen en arresten belanden netjes en stipt via digitale weg bij de advocaat. Dat klinkt voor de buitenwereld misschien banaal, maar dat leek vijf jaar geleden nog iets voor Utopia.
Het blijft natuurlijk een “work in progress”. Rechters kijken op de zitting met begerige oogjes naar het dossier van de pleitende advocaat en hopen dat de stukken “nog eens in origineel” worden neergelegd (lees: in papier). Andere magistraten vragen, via de griffiers, om de reeds elektronisch neergelegde conclusies ook nog eens in een word-bestand over te maken. Zou het kunnen dat dit laatste verzoek er op wijst dat niet iedereen zo vlot overweg kan met een elektronisch dossier of dat er iets scheelt aan de gebruiksvriendelijkheid? Digitalisering is niet enkel een kwestie van middelen, maar ook een kwestie van motivatie en opleiding. Er is daar nog wel wat werk aan de winkel binnen alle geledingen van justitie. Maar het kan niet genoeg herhaald worden, en tot spijt van wie justitie graag in het verdomhoekje zet, er zijn op korte tijd grote stappen gezet.
Zou het kunnen dat dit laatste verzoek er op wijst dat niet iedereen zo vlot overweg kan met een elektronisch dossier of dat er iets scheelt aan de gebruiksvriendelijkheid?
Maar de weg is nog lang en bezaaid met vele voetangels. De digitalisering van het strafdossier werd met terechte trots door de minister van Justitie onder de aandacht gebracht. Ik beklaag wel de strafpleiters die daarmee aan de slag moeten, want echt gebruiksvriendelijk is die applicatie niet. Zij zullen allicht zeggen dat, vergeleken met kamperen op de griffie met de scanpen of het fototoestel van de smartphone, het toch al een verbetering is. Maar het is daar zeker nog geen eindpunt.
Maar bij dit alles ook dit: Zoals recht te belangrijk is om het alleen maar aan juristen over te laten, is ook de digitalisering te cruciaal om alles aan de computerfanaten en de hippe soms wat arrogante youngsters over te laten. Iedereen moet mee op de digitale snelweg en moet gemotiveerd worden en kans krijgen zich waar nodig bij te scholen.
Nog niet zolang geleden was het “gewoon” dat een patiënt eerst naar de arts en ging en vervolgens met een geneesmiddelenvoorschrift naar de apotheker trok. Dat lijkt nu bijna middeleeuws en iedereen lijkt die gewijzigde situatie heel snel normaal te hebben gevonden. Iets soortgelijks gebeurt er bij justitie, maar – toegegeven – wat trager dan in andere geledingen van de samenleving. Maar het gaat vooruit, het gaat vooruit, verbazingwekkend goed vooruit.
Hugo Lamon
Lees hier eerdere columns van Hugo Lamon
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
0 reacties