De digitale toekomst van justitie
De digitale toekomst van justitie

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 12/08/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Onderstaande bijdrage van Jeroen De Mets, rechter rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen verscheen eerder in nummer 2021/2 van het tijdschrift Today’s Lawyer. De auteur schrijft in eigen naam. Raadpleeg hier de abonnementsvoorwaarden.

Justitie heeft een digitale achterstand in te halen. Tezelfdertijd staat er de komende jaren heel wat op til. Deze bijdrage verdedigt dat we in de toekomst naar hybride rechtbanken zullen evolueren, al is er nog heel wat werk om rechters digitaal te laten werken. Ondertussen staat de wereld niet stil en moeten we nu al durven nadenken over hoe we digitale technologie kunnen inzetten om toegankelijk en kwaliteitsvol recht te leveren.

Er beweegt iets bij justitie. Advocaten grappen wel eens dat de rechtbanken vorig jaar e-mail ontdekt hebben, maar het gaat verder dan dat. In Antwerpen kunnen partijen kiezen of ze virtueel of fysiek naar de zitting van de beslagrechter komen. In Mechelen is de correctionele inleidingszitting volledig virtueel. Op de rechtbanken in Veurne en Kortrijk liep een proefproject om na te gaan of het papieren dossier afgeschaft kan worden. Vonnissen worden op sommige rechtbanken digitaal verstuurd. Bovendien wordt er voor het eerst in lange tijd in justitie geïnvesteerd. In de politieke wereld groeide het besef dat ons land een achterstand in te halen had. Een belangrijk deel van het geld dat de Europese Unie voor digitale transformatie heeft vrijgemaakt, wordt in ons land in justitie geïnvesteerd. De Commissie publiceerde trouwens op 2 december 2020 een groenboek over de digitalisering van justitie.

Ik ben optimistisch dat we die digitale trein niet zullen missen. Zowel binnen de FOD Justitie als binnen het College van Hoven en Rechtbanken wordt volop nagedacht over de volgende digitale sprong. Het College van Hoven en Rechtbanken voerde een behoeftenonderzoek uit en dacht na over de burgerlijke procedure van de toekomst. (De resultaten daarvan kan u online terugvinden). Voor het strafrechtelijke luik loopt een gelijkaardig traject.

De komende jaren staat er dus heel wat op til. In deze bijdrage pik ik daar een aantal elementen uit. Eerst bespreek ik waarom ik geloof in een hybride rechtbank. Daarna leg ik uit dat het belangrijk is dat rechters op een goeie manier digitaal kunnen werken. Tot slot verdedig ik dat we ondertussen ook al een oog op de toekomst moeten houden.

De hybride rechtbank

In zijn beleidsnota kondigde de minister van Justitie aan dat hij de komende jaren sterk wil inzetten op videozittingen. Ondertussen is dat ook concreet geworden. Op een aantal proefsites werd professioneel videoconferentie materiaal geleverd. Dat laat toe om hybride zittingen te houden, waarbij een deel van de partijen in de zittingszaal aanwezig is, terwijl een ander deel virtueel deelneemt. Een wetsontwerp om aan die videozittingen een expliciete rechtsgrond te geven is in de maak.

Het vooruitzicht van meer videozittingen heeft al tot kritiek geleid. Een van mijn collega’s schreef in Le Soir dat videozittingen tot de dehumanisering van de rechtspraak kunnen leiden. Ik heb begrip voor die bezorgdheid. Een groot deel van de bevolking mist op dit ogenblik ook nog de digitale vaardigheden die nodig zijn om op een goede manier deel te nemen aan een virtuele zitting. Zelfs de grootste voorstanders van digitale rechtbanken erkennen daarnaast dat fysieke zittingen nodig zullen blijven voor bepaalde materies. Rechtspreken is meer dan enkel rechtsregels toepassen. In materies als het strafrecht of het familierecht spelen emoties en menselijke kwaliteiten een belangrijke rol. Aan een publiek dat al meer dan een jaar virtueel vergadert, hoef ik niet uit te leggen dat die zaken via video niet altijd goed tot hun recht komen.

Toch is het een denkfout om te veronderstellen dat bakstenen rechtbanken ook steeds de meest toegankelijke zijn. Er zijn heel wat mensen die omwille van allerlei redenen niet in de zittingszaal aanwezig kunnen zijn. Denk maar aan een slachtoffer dat niet in de buurt van de beklaagde durft te zijn, of een zelfstandige die geen voormiddag vrij kan nemen. Voor hen kan een videozitting een oplossing zijn.

Er zijn bovendien ook kosten verbonden aan onze fysieke zittingen: verplaatsingen en lange wachttijden. Advocaten kunnen een stuk efficiënter werken als ze minder tijd in de auto of op een bankje aan de zittingszaal spenderen. Een groot deel van dat tijdsverlies wordt onvermijdelijk doorgerekend aan de cliënt. Dat maakt de toegang tot de rechtbank duurder.

De rechtbank van de toekomst zal dus hybride zijn. Fysieke zittingen waar de aanwezigheid van de partijen en hun advocaat een meerwaarde is, virtuele zittingen wanneer de mogelijkheid om tijd en verplaatsingen te besparen primeert. De partijen en de rechtbank zullen maatwerk moeten leveren. Een advocaat kan schriftelijk conclusietermijnen laten vastleggen, vervolgens de zaak in de zittingszaal fysiek komen pleiten en twee weken later virtueel verschijnen omdat hij nog toelichting wil geven bij een bijkomend stuk.

Als justitie meer hybride zal werken, zullen ook advocaten moeten investeren in digitale middelen. In de eerste plaats in goed beeld- en geluidskwaliteit, maar opleiding wordt net zo belangrijk. Virtueel pleiten is een uitdaging. In de fysieke zittingszaal speelt lichaamstaal een grote rol. Virtueel is die interactie er minder. Even tussenkomen tijdens het pleidooi van een tegenstrever wordt een stuk moeilijker. De aandacht van de rechtbank vasthouden wellicht ook. Ik denk dat virtuele pleidooien een stuk visueler zullen moeten worden. Videozittingen laten toe om makkelijk schema’s, filmpjes, presentaties of afbeeldingen te delen. Een pleidooi hoeft geen college te worden, maar ik denk dat er nog veel potentieel ongebruikt blijft.

Digitale werkomgeving van de rechter

De stap naar een volledig digitaal dossier wordt een tweede grote werf. Er is de laatste jaren heel wat mooi werk geleverd aan de input-zijde. Als advocaat of als burger kan u via e-deposit brieven, stukken en conclusies neerleggen. Steeds meer partijen maken daar ook effectief gebruik van.

Er is echter nog heel wat werk aan de output-zijde. Veel digitale conclusies belanden nog in een papieren dossier. U zal als advocaat misschien al gezucht hebben als de rechtbank vroeg om uw stukken ook eens op papier neer te leggen, maar de digitale werkomgeving van de rechter laat op dit ogenblik nog niet toe om op een efficiënte manier digitaal te werken. Rechters lezen dossiers niet van A tot Z. Ze leggen conclusies naast elkaar en kijken tussendoor ook nog eens naar de stukken. Digitaal moet dat even eenvoudig worden als op papier. Dat is op dit ogenblik allesbehalve het geval, al heeft de minister van Justitie beloofd dat er verandering op komst is.

Als rechters eindelijk digitaal gaan werken, zal dat ook voor advocaten een invloed hebben. Digitale conclusies worden op een andere manier gelezen dan papieren conclusies. Advocaten zullen moeten nadenken over hoe ze overtuigend digitaal kunnen schrijven. Het zal nog belangrijker worden om een duidelijke structuur te hebben, omdat het voor digitale lezers moeilijker is om het overzicht te bewaren. Conclusies zullen ook visueler kunnen worden. Foto’s en schema’s zijn een gesel voor printers, maar kunnen digitaal veel makkelijker gedeeld worden.

De toekomst begint vandaag

Omdat onze rechtbanken pas begonnen zijn met het inlopen van hun digitale achterstand, kan justitie het zich niet veroorloven om niet nu al na te denken over de digitale rechtbank van de toekomst. In zijn boek The Future of Courts stelt professor Richard Susskind dat we niet alleen de bestaande processen moeten digitaliseren, maar ook terug naar de tekentafel moeten. We moeten nadenken over hoe we digitale technologie kunnen inzetten om toegankelijk en kwaliteitsvol recht te leveren. Professor Susskind stelt daarbij wat provocatief dat burgers geen rechters en advocaten willen, maar wel een goeie oplossing voor hun geschil. Hij stelt zich zelfs de vraag of we in de toekomst nog wel rechters en advocaten nodig zullen hebben. Of het zo’n vaart zal lopen weet ik niet, maar het klopt dat we ons niet mogen vastpinnen op de bestaande processen en structuren. Justitie moet nadenken over hoe we digitale technologie kunnen inzetten om onze rechtspraak toegankelijker te maken. Er zijn een heel aantal kleinere procedures waar het voor mensen zonder rechtsbijstandsverzekering niet interessant is om een advocaat te nemen. Veel mensen vinden het ingewikkeld om de juiste stukken te verzamelen en in te schatten welke vorderingen ze kunnen stellen, zelfs al gaat het maar om een gestolen fiets. Applicaties zouden die mensen kunnen helpen om zelf een vordering op te stellen en de juiste stukken naar de rechtbank (en de advocaat van de tegenpartij) op te sturen. Een mooi voorbeeld is het Civil Resolution Tribunal in de Canadese provincie Brits-Columbia. Alvorens je een rechtszaak inleidt, word je als rechtszoekende door een “Solution Explorer” geleid die je helpt om je dossier juridisch te structureren.

Er zijn tot slot nog twee disruptieve trends waar iedereen die bij justitie betrokken is mee geconfronteerd zal worden. Ten eerste: Big data wordt ook voor de rechtbanken een realiteit. In het Verenigd Koninkrijk liet het ministerie van Justitie al in 2019 een studie uitvoeren naar haar datastrategie.

In België hebben we die denkoefening voor zover ik weet nog niet gemaakt, maar de vraag is of we dat nog lang kunnen uitstellen. Op 1 september 2021 moet er een databank met alle rechtspraak operationeel zijn. Of die datum gehaald zal worden is nog maar de vraag, maar eenmaal ze openbaar beschikbaar zal zijn, zal er een weelde aan data beschikbaar worden. Dat betekent dat advocaten en magistraten op een andere manier zullen moeten werken. Rechters zullen veel meer dan vroeger geconfronteerd worden met uitspraken van collega’s. Als die databank openbaar wordt, zal het ook mogelijk worden om er artificiële intelligentie op los te laten. Dat hoeft geen schrikbeeld te zijn, maar we moeten nu al nadenken over de juridische en ethische kwesties die daarmee gepaard zullen gaan.

Ten tweede: een digitale justitie zal ook met digitaal bewijs moeten leren omgaan. De vraag naar de authenticiteit en betrouwbaarheid van digitaal bewijs zal zich steeds vaker stellen. Als advocaat zal u wellicht een digitale kopie nemen van een website die illegaal foto’s van een cliënt verkoopt. Maar als die website offline gaat en vervolgens stelt dat de digitale gegevens die u voorlegt niet authentiek zijn, is een duur deskundigenonderzoek vaak de enige uitweg. In China hebben sommige rechtbanken daarom al geïnvesteerd in judicial blockchain. Als een toekomstige partij digitaal bewijs wil opslaan, maakt de judicial blockchain voor die digitale data een hash value aan (een soort numerieke identiteitskaart). Die hash value wordt tegelijkertijd bij alle deelnemers aan de judicial blockchain opgeslagen. Als die partij later digitaal bewijs naar de rechtbank stuurt, wordt de hash value van dat bewijs vergeleken met de hash value die in de judicial blockchain is opgeslagen. Op die manier wordt de authenticiteit van het digitale bewijs bevestigd. Ook in ons land zouden de verschillende juridische beroepsgroepen over zo’n systeem kunnen nadenken.

Besluit

Zoals ik in de inleiding heb uiteengezet, ben ik optimistisch over de digitale toekomst van justitie. Deze bijdrage was dus bewust geen klaagzang over oude laptops of verouderde informaticasystemen (al blijven die, voor alle duidelijkheid, op het werkterrein voor reële problemen zorgen).

We moeten enerzijds een digitale achterstand inhalen, maar anderzijds ook al naar de toekomst kijken. Iedereen die van ver of dicht bij justitie betrokken is, heeft de komende jaren dus heel wat werk op zijn bord. Tegelijkertijd hebben we ook een unieke kans om justitie naar een digitale toekomst te loodsen.

Jeroen De Mets, rechter rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen – de auteur schrijft in eigen naam.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.