Op 31 oktober werd in het parlement de beleidsnota van de minister van justitie ingediend. Daarin wordt uitvoerig aandacht besteed aan de digitalisering van justitie. “Digitalisering is geen doel op zich. Het is een middel om justitie in de eerste plaats sneller te maken, waardoor het ook menselijker en straffer kan zijn. In een tijdperk waar mensen met enkele computerklikken hun hele leven organiseren, kan justitie niet langer achterblijven (…) In het verleden heeft justitie keer op keer de digitaliseringstrein gemist. Pogingen tot copernicaanse omwentelingen, zoals Mammoet, Cheops en Phenix, hebben aangetoond dat de grote revolutie niet werkt bij justitie (…) Daarom hebben we een duidelijk en realistisch stappenplan uitgewerkt”.
De digitalisering van justitie is dan ook, op zijn zachtst gezegd, een heikel punt. Er is veel goede wil op het terrein en de coronacrisis heeft er zeker toe bijgedragen dat er flinke stappen werden gezet. Er is de digitale neerlegging van conclusies en stukken en de verzending via e-mail van vonnissen en arresten. Toegegeven, voor de buitenwereld heeft dat weinig van doen met digitalisering, maar het is dan toch een eerste stap in die richting. “We hebben 29 digitale projecten gekozen die griffiers, magistraten en advocaten zelf ontwikkelden. Dat zijn de bouwstenen van digitale justitie die we stap voor stap stapelen” zo liet de nieuwe minister van justitie noteren in een interview met De Tijd (“Het wordt eerst erger voor het beter wordt”, de Tijd 10 november).
Twee van die bouwstenen zijn deze week alvast even van hun sokkel gevallen.
Dinsdag verscheen er een opgemerkt opiniestuk in De Tijd (“Digitaliseringsproject bij justitie loopt helemaal in het honderd”, De Tijd, 14 november). Het was ondertekend door niet minder dan 37 rechters, griffiers en griffiemedewerkers van de arbeidsrechtbank van Gent en het handelde over de haperende invoering van het digitale systeem ‘JustRestart’. De bedoeling van dat platform is om de collectieve schuldenregelingen van privépersonen volledig digitaal te laten verlopen. De datum van de inwerkingtreding werd al enkele keren uitgesteld, maar werd dan plots zonder overgangsperiode op 2 november uitgerold. Het systeem heeft een hoop mankementen en kinderziektes, die de efficiënte opvolging moeilijk maken. De ondertekenaars sommen een waslijst aan gebreken op. Anderen wierpen dan weer op dat het misschien beter was geweest lopende dossiers niet op te nemen in plaats van een systeem in te voeren met uitzonderingen en uitzonderingen op de uitzonderingen.
In het opiniestuk klinkt nog een ander punt van kritiek. De auteurs schrijven o.m. het volgende: “We verbazen er ons nog altijd over dat de ontwikkeling van JustRestart niet door justitie zelf is gedaan, maar werd uitbesteed aan de balie en een privé-partner”. Koen Geens (voorganger van Vincent van Quickenborne, zelf dan weer de voorganger van de huidige minister Van Tighelt) heeft inderdaad ook de balie gevraagd om mee de schouders te zetten onder de digitaliseringsdoelstellingen en de “privépartner” is Diplad, de commerciële vennootschap waarvan de lokale balies de enige aandeelhouders zijn. Dat is en blijft een merkwaardige constructie en feit is dat die het dus niet noodzakelijkerwijze beter doet, zoals JustRestart aantoont.
Dat was nog niet alles voor deze week. Het ‘justJudgment’-systeem (een andere bouwsteen), het centraal register voor vonnissen en arresten, draait ook in de soep. Hoewel dat volgens de wet op 30 september in werking moest treden, is de deadline voor de feitelijke invoering al twee keer uitgesteld. Tegelijk is beslist dat alle papieren vonnissen vanaf 30 september achteraf en manueel in het Centraal register zullen worden geupload. Wat onder die “achteraf” moet worden verstaan, blijkt onder meer uit het wetsontwerp “houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen I” dat op 13 november in het parlement werd ingediend. “"De ontwikkeling van de applicatie die moet toelaten om vonnissen automatisch te pseudonimiseren heeft een lichte vertraging opgelopen buiten de wil om van de FOD Justitie en het Digital Transformation Office. Na de gunning van de overheidsopdracht met als doel de ontwikkeling van deze IT-applicatie werd door de niet-weerhouden kandidaat een beroepsprocedure ingesteld bij de Raad van State (..). Om deze reden is een uitstel van de inwerkingtreding van de 2e fase van het centraal register voor de beslissingen van de Rechterlijke Orde onvermijdelijk. De nieuwe uiterste datum voor inwerkingtreding wordt vastgelegd op 1 april 2024."
Er is veel goede wil bij justitie. Nadat geldverslindende grote digitaliseringomwentelingen roemloos ten onder gingen, is er nu een heel pakket aan kleinschalige projecten. Dat het ook daar hapert mag echter geen reden zijn om de ingeslagen weg niet verder te bewandelen. Er is no way back.
Hugo Lamon
Lees hier meer columns met de visie van meester Hugo Lamon op Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.
0 reacties