25 nov 2019 | Actualia, Expertise

Hof van Cassatie zet puntjes op de “i” inzake erkenning buitenlandse titels

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 25/11/2019 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

In een recent arrest heeft het Hof van Cassatie benadrukt dat de beslagrechter voor de erkenning van titels uit niet-lidstaten verplicht is om ambtshalve te toetsen aan de voorwaarden van het WIPR, ook na een inleiding op verzet, naar aanleiding van een bewarend beslag. De titel moet namelijk voldoen aan enkele van de kernwaarden van het Belgisch recht, vooraleer zij erkend kan worden. De gerechtsdeurwaarder kan hier een adviserende rol spelen, ten aanzien van de opdrachtgever.

Eerst de feiten: Een Poolse man wordt in 1998 bij verstek veroordeeld tot het betalen van een onderhoudsbijdrage. Wanneer de man anno 2016 in België tegoeden blijkt te hebben, probeert de onderhoudsgerechtigde partner in België bewarend beslag onder derden te leggen, krachtens deze buitenlandse rechterlijke uitspraak. Artikel 1414 Ger.W. voorziet immers uitdrukkelijk de mogelijkheid om ook krachtens een buitenlandse titel bewarend beslag te leggen, zonder bijkomende machtiging.

Erkenning van buitenlandse titels

Het aanwenden van een buitenlandse titel voor een bewarend beslag veronderstelt evenwel dat die titel rechtskracht heeft in België en dus erkend wordt in ons land, wat ondanks de bewoordingen van artikel 1414 Ger.W. nog geen evidentie is. De erkenning van buitenlandse titels wordt namelijk wettelijk geregeld in bilaterale verdragen, Europese verordeningen of in het wetboek IPR, al naargelang de specifieke herkomst van de titel.

Voor Europese lidstaten geldt wat dit betreft de Alimentatieverordening. Artikel 18 bepaalt hier dat een uitspraak die uitvoerbaar is in het land van herkomst zonder meer aangewend kan worden om bewarende maatregelen te nemen in andere lidstaten (vgl. artikel 40 Brussel I Bis Verordening). Er is geen enkele bijkomende procedure vereist, behalve de voorlegging van een certificaat, teneinde de vormelijke integriteit van de rechterlijke uitspraak te waarborgen.

Polen anno 1998

Omdat Polen in 1998 nog geen deel uitmaakte van de Europese Unie en ook omdat zowel de Alimentatieverordening als de Brussel I (-Bis) Verordening van latere datum zijn, zijn de Europese instrumenten in deze zaak irrelevant. Men moet dus teruggrijpen naar het wetboek IPR, dat wél enkele bijkomende voorwaarden stelt om tot erkenning over te gaan. Hoewel artikel 22, § 1, tweede lid WIPR bepaalt dat de erkenning zonder enige procedure gegeven kan worden, stelt de wet toch enkele bijkomende inhoudelijke voorwaarden aan de vreemde titel in artikel 25 WIPR. Het betreft hier in feite een beschermingsmechanisme ten aanzien van enkele kernwaarden van het Belgisch recht, zoals, in het bijzonder, de rechten van verdediging. Verder bevat artikel 24 WIPR ook enkele formele vereisten, waar bepaald is dat enkele bijkomende stukken overgelegd moeten worden vooraleer tot erkenning geconcludeerd kan worden. Het betreft dan onder meer een bewijs van de betekening of kennisgeving van de beslissing aan de tegenpartij, eventueel in het land van herkomst – een bewijs dat in casu niet voorlag.

Toetsing door de beslagrechter

De opdrachtgevende schuldeiser zal zich dus voorafgaandelijk moeten beraden of de titel wel aan voormelde vereisten kan voldoen, teneinde het risico op een navolgende procedure met mogelijke restitutieverplichtingen te vermijden. De voorwaarden van het WIPR zullen immers wel steeds getoetst moeten worden door de beslagrechter, wanneer die gevat wordt op (derden)verzet, aldus het Hof van Cassatie in haar arrest van 12 september 2019. De tussenkomende gerechtsdeurwaarder kan hier voorafgaandelijk een belangrijke adviserende rol spelen, in het bijzonder wanneer de schuldeiser een particulier is zonder de bijstand van een raadsman – zoals toch regelmatig het geval is inzake onderhoudsgelden.

Bron: Cass. 12 september 2019, C.19.0033.N, http://www.cass.be

 

Bas FEYS
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder


Voor een omvattende bespreking van de tenuitvoerlegging van (buitenlandse) titels, zie het Compendium Gerechtsdeurwaarders, boek 1, titel V.

Het Compendium Gerechtsdeurwaarders door Bas Feys, bundelt relevante wetgeving, relevante rechtspraak en rechtsleer, alsook alle omzendbrieven van de Nationale Kamer sinds 2001. De materie is bijgewerkt en actueel en is nu te bestellen bij KnopsBooks

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.