31 mrt 2021 | Column

Het proces van het proces in de media: wat wilde u nog weten over #sihamegate?

Door Hugo Lamon

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 31/03/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

LAMON op woensdag

Mr. Hugo Lamon is advocaat aan de balie van Limburg en Brussel NL.
Hij publiceert over o.m. ondernemingsrecht en deontologie.

Hij mengt zich al jaren in het maatschappelijk debat over justitie.

Het Vlaams parlementslid Sihame El Kaouakibi is een inspiratiebron voor de vele twitteraars die achter de hashtag #Sihamegate hun frustraties ‘empoweren’ en creatieve interpretaties over een droomkeuken en een web van vzw’s de vrije loop laten. Intussen kijken haar collega’s uit de politiek verveeld de andere richting uit, bang als ze zijn voor de collateral damage. Iedereen lijkt het er immers over eens dat de gehele politieke klasse met “de zaak” een imagodeuk krijgt, nu er in de pers allerhande uitlekt over hoe deze gulle subsidiestromen over de partijgrenzen heen tot stand kwamen en blijkbaar maar marginaal werden gecontroleerd.

Het is alvast een goede zaak voor de rechtsstaat dat nu in alle commentaren het vermoeden van onschuld als een mantra nazindert. Zowat iedereen heeft de dwingende behoefte om te herhalen dat de betrokkene onschuldig is zolang haar schuld niet bewezen is en dat het aan de rechter – zelfs mét nadruk: énkel aan de rechter – toekomt om daarover te oordelen. Het is goed dat dit heilig beginsel uit het strafrecht zo veelvuldig in herinnering wordt gebracht en hopelijk gaan de politici niet discriminerend te werk en blijven ze even beginselvast wanneer ze weer gretig andere lopende rechtszaken van allerlei slag van commentaar voorzien.

Volgens de mediaberichten is het betrokken parlementslid niet enkel betrokken in strafrechtelijke onderzoeken, maar lopen er nog andere rechtszaken en administratieve procedures. Voor de aanstelling van een voorlopig bewindvoerder gelden wel andere criteria dan deze uit het strafrecht. Hetzelfde geldt voor overheden die audits uitvoeren over de vraag of er werd voldaan aan de subsidievoorwaarden. Dat zouden best wel complexe juridische debatten kunnen worden. Het is allicht aangewezen om daarvan eerst het resultaat af te wachten.

In de procedures die hangend zijn voor de rechtbanken zal er eerst een tegensprekelijk debat komen en dan zal een onafhankelijke rechter op grond van de stukken van het dossier een beslissing nemen. Het valt te hopen dat daarna ook de politici die andere regel uit de rechtsstaat niet vergeten en niet van de weeromstuit op de rechters schieten wanneer die een uitspraak doen die hen niet meteen zint.

Intussen besteden de media aandacht aan wat zich voor hen als een “affaire” aandient. Het andere beginsel uit oude tijden dat er niet bericht kan worden over zaken “sub iudice” (zaken die voor de rechter hangen) is in deze gemediatiseerde samenleving niet meer van deze tijd. Journalisten hebben, hierin gesteund door hoge rechtsnormen en het Europees verdrag voor de rechten van de mens, als waakhond van de democratie de taak te berichten over maatschappelijk relevante gebeurtenissen. Ze hebben deontologisch wel de plicht om daarbij zorgvuldig te werk te gaan. Het bronnengeheim maakt dat ze niet moeten zeggen hoe ze aan gelekte documenten zijn geraakt, al blijft het natuurlijk wel zo dat de vraag mag worden gesteld of diegene die informatie aan de journalisten heeft bezorgd het beroepsgeheim niet geschonden heeft. Ter herinnering: ook dat is een strafbaar feit.

Journalisten hebben ook de deontologische taak woord en wederwoord te organiseren bij de verslaggeving. Het valt op dat ook hier een nieuwe methode wordt gehanteerd. De betrokkene verspreidde enkel in een strakke regie opgenomen filmpjes op sociale media. De quote (dubbel zo lang als gebruikelijk in nieuwsuitzendingen) haalde de nieuwsbulletins van de televisiestations en vond ook een weg op de websites van de kranten. Zou er op al die redacties debat gevoerd zijn over de wijze waarop het wederwoord dan wel goed onder controle werd gehouden? En wordt met die eenzijdige filmpjes een nieuwe trend ingezet? Zijn journalisten het niet aan zichzelf verplicht om ook daar kritischer meer om te gaan?

In een van die filmpjes wordt dan weer verwezen naar het “onafhankelijk” rapport dat door een advocaat van de betrokkene werd opgesteld. Niemand die er blijkbaar om maalt dat een advocaat de deontologische plicht heeft tot partijdigheid. Wordt ook hier een nieuwe trend mee ingezet en vindt de balie dat dan een wenselijke evolutie?

Ook de voorlopig bewindvoerder dook op in de media. Het is geen nieuw fenomeen dat gerechtelijke mandatarissen de pers te woord staan. Het gebeurt in ieder groot faillissement. Maar moet er ook hier niet eens worden nagedacht over hun publieke rol? Mogen ze meer communiceren dan de rechter die hen aanstelt en zo ja volgens welke deontologische regels?

Het zijn allemaal vragen die een genuanceerd antwoord vragen.

Hugo LAMON

***

Meer blogposts lezen van Hugo Lamon? Dat kan hier!

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

3 Reacties

3 Reacties

  1. Jan Dyck

    Wat de bewindvoerder zich in deze zowel als gerechtelijk mandataris maar ook als advocaat permitteert door pro-actief zelf allerlei (bovendien voor de betrokken partij zeer belastende) verklaringen af te leggen in de media is een deontologische schande.
    Het gaat nochtans om iemand die functies vervult of heeft vervuld in allerlei organen van de advocatuur en dus het voorbeeld zou moeten geven maar zo zijn er tegenwoordig spijtig genoeg nog wel een aantal anderen en niet van de minsten….

    Antwoord
    • Raymond EUGENE ere-advocaat Antwerpen

      Ik ben het volledig eens met de visie van Mr. Jan DYCK : een advocaat, ook als die optreedt in het kader van een gerechtelijk mandaat, mag mijns inziens een door hem/haar opgesteld verslag, dat nog niet eens aan de opdrachtgevende rechtbank werd overgemaakt, niet in de pers brengen. De voorlopig bewindvoerder deed dat hier wel, zonder enige terughoudendheid en met een aantal voor de betrokkene ongunstige mondelinge beschouwingen.

      En waarom zou, meer in het algemeen, tenzij in extreme omstandigheden van ‘wapengelijkheid’ (hier niet van toepassing-gerechtelijk mandaat), het ‘oude’ verbod voor een betrokken advocaat, om als advocaat een zaak ‘sub iudice’ in de pers te brengen, niet meer van toepassing zijn ? Dat we in gemediatiseerde tijden leven, Mr. LAMON, is correct, maar doet volgens mij geen afbreuk aan dit principe.

  2. Jan Dyck

    Bestaat er nu ook een “lekkenvirus” dat advocaten kan besmetten ? Naast de bewindvoerder staat in Sihame-gate immers nog een advocaat die (zo lazen we toen in de media) er enige tijd geleden van werd beticht uit een strafdossier te lekken naar derden om bezwarende elementen te laten verdwijnen.
    Dringend naar een loodgieter zoeken in de gouden gids is de boodschap. Of is de Stafhouder in deze ook een goede stielman ?

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.